V.Z.W. Geschiedkundige Heruitgeverij
Home
Nederlands Bestellen Prijzen Titels Links Zoeken
English Orders Prices Titles Links Search
Français Commandes Prix Titres Liens Chercher

Zoeken - Search - Chercher

Van die beroerlicke tijden in die Nederlanden en voornamelijk in Ghendt - Deel I (1872)

Dit is het eerste deel van het vijfdelige werk van Marcus Van Vaernewijck. Van Vaernewijck was een bevoorrechte ooggetuige van de gebeurtenissen te Gent in de jaren 1566-1568. Het begon met preken van protestantse predikers buiten de muren van de stad en ging verder met een bijzonder bloederige repressie. Wat opvalt is de bijzonder objectieve manier waarop Van Vaernewijck ons op de hoogte brengt van wat hij zag, en wanneer hij iets schrijft dat hij heeft van horen zeggen, dan zegt hij dat elke keer. (355 blz., 10,75 euro - enkel te koop als ebook).

This is the first part of a five part series by Marc Van Vaernewijck. The author was a privileged witness of the events that took place at Ghent during the years 1566-1568. It all started with sermons which were hold outside the city gates by protestant ministers, but soon it continued in a very bloody repression. What is very striking is the very objective way in which Van Vaernewijck describes what he has seen, and when he tells something that he only heard, he will always let us know. (355 pages, 10,75 euros - only on CD)

Ceci est le premier tome d'une série en cinq tomes par Marc Van Vaernewijck. L'auteur était un témoin privilégié des évènements que se sont passés à Gand pendant les années 1566-1568. Tout a commencé avec des sermons de prédicants protestants hors les portes de la ville et a continé avec une répression sanglante. Ce qui frappe l'oeil est la manière tres objective de laquelle Van Vaernewijck décrit les choses qu'il a vu, et quand il raconte quelque chose qu'il a d'ouï-dire, il nous le dit toujours. (355 pages, 10,75 euros - seulement sur cédé)

Inhoud - Table - Table des Matières



Dat eerste boeck.

Capittel I. Van die eerste maniere van predicken, te velde, die calvinistische leeringhe neffens die vermarde stadt van Ghendt, die hooftstadt van Vlaenderen, ende hoe dat de justicie tzelve gheerne belet hadde 1

Capittel II. Van Nicasius Van der Schuere, die eene vande nieuwe prdicanten gheworden es, ende zoe afdraghende dat veel lieden worden spreken van melcanderen duer dese nieuwe predicatie 6

Capittel III. Van een edict up tfaict vande nieu predicatie, van eene justicie te Ghendt ghedaen, ende van een predicatie ontrent Ghendt ende een disput van deser leeringhe 10

Capittel IV. Van een rudesse die tot Aermentiers geschiede, ende vande ongheoorsaemheijt der onderzaten tot Andtweerpen ende te Doornicke 16

Capittel V. Van veltpredicatien, van een voorghebodt ende van sommige propoosten ende arguacien onder die van Ghendt, desen aenghaende, ende hoe zij met gheweere begonden ter predicacie te ghane, in diveersche quartieren van dese Nederlanden 20

Capittel VI. Van een justicie te Ghendt ghedaen ende noch vander veltpredicatie, ende wie daer af schenen de voorstanders ende capiteijnen te zijne, ende hoe de zelve predicacie ende meer wies ende toenam 26

Capittel VII. Van deerste nachtwake die die van Ghendt beschicten. Van sommighe ghevanghen vander sectie die uutghelaten waren. Hoe die predicanten die bij Ghendt ghepreect hadden, te Deijnse ghijnghen preken ende hoeveel lieden van beede de partijen bedroeft ende bevreest waren, ende waer of dat men meent dat den name gues ghecommen es 33

Capittel VIII. Hoe de heeren vander wet van Ghendt (zeer bevreest zijnde) de edelmannen ende notable vander stadt bij haer ontboden, ooc de hooftmannen ende ghezwoornen vande neeringhen; wat men haer voren hilt, ende wat daer gheresolveert wart, ende hoe tghemeene volck niet vele en hilt van dees ravisementen 39

Capittel IX. Hoe sommighe capiteijnen ende predicanten vande ghues te Ghendt anden president gheghaen zijn; hoe schepenen sommighe deghelicke mannen bij haer ontboden ende raviseerden van die nieu predicatie 43

Capittel X. Wie jeghen de ghuesghezinde ende Calvinisten te Ghendt bleven prekende, daer ooc een machtich volck te sermoene quam, ende van sommighe oorzaken van tgroijen der ketterie 48

Capittel XI. Hoe zij de pijne mochten te ghaen predicken tot voor die stadt van Brugghe ende wat zij onderweghe tEecloo bedreven 54

Capittel XII. Hoe die heeren schepenen van Ghendt begheerden haer wake te versteercken, ende hoe zij gheenen middel daertoe zaghen, duer trappoort dat haer van den vingteniers, uuten monde van hare onderzaten, overbrocht wart 56

Capittel XIII. Die ghesteltenesse van onzer vrauwen ommeghanck, ende hoe hij dit jaer achterbleven es, ende hoe ooc te voren in de paeschdaghen int jaer LXVI achter bleef die rijve van Sente Anthonis ende wat men daer mede al plach te bedrijvene 60

Capittel XIV. Noch vander veltpredicatie ende hoe tvolck hem zeer becommerde met psalmen te sijnghen, van schimpende figueren van veel arguwacien ende dierghelijcke 66

Capittel XV. Vande groote rudesse die in den westcant gheschiet es, int breken ende ruwineren van tbeeldeweerck, in diveersche keercken ende cloosters, metghaders veel ander ornamenten ende cieraigen die bedorven werden 73

Capittel XVI. Hoe die gues wanende een clooster afloopen in den walschen cant, daer voren doot bleven ende verjaecht zijn; hoe die veltpredicanten tvolck uproijden ende van haer roumen, ende hoe tvolck haer sermoenen prees ende sommighe argumenten daer jeghen 78

Capittel XVII. Van noch een rudesse ghebuert tot Armentiers, ende hoe die gheestelicke overal groote vreese creghen, ende hoe zij haer ende der keerckenghoet zochten te verbeerghen, bijsonder te Ghendt, ende hoe die Predickaeren ende andere te Ghendt baden ende preecten jeghen tanstaende perijckel 85

Capittel XVIII. Hoe tvolck beghonde te murmureren, te Ghendt, anghaende de dierte vanden coorne, en dat men sommighe beelden in die keercken af dede, ende van een ramelijnghe ende foele vande vrauwen up den aert te Ghendt, rasende up die coorencoopers 91

Dat tweede boeck.

Capittel I. Hoe Lievin Onghena zijn derder, an den hoochbaliu te Ghendt gheghaen es, om die beelden ende ijpaigen af te weerpen, ende hoe den hoochbaliu ende schepenen hier in te ontschuldighen zijn 99

Capittel II. Hoe de brekijnghe der beelden te Ghendt, te weercke gheghan es, ende hoe dat tvolc meende dat men daerinne niet mesdoen en mochte, maer dattet elcken gheoorlooft was, diet luste ende beliefde 104

Capittel III. Hoe dat, naer dat int Tempelhuus die beelden afgheworpen waren, die cloosters ten Augustijnen ende ooc tot onser Vrauwen Broeders anstonden, daernaer Ste Pharahilden keercke ende thospitael daer neffens, Sente Nicolaus keercke, Sente Michaels, ende hoe zij in Sent Jacobs keercke te vooren jongheluerden 108

Capittel IV. Hoe fellic ende ghebeten dat zij tclooster ten Predicheeren anvielen, ende een groote menichte van boucken bedorven, en bijna alle dijnghen braken ende te nieten brochten, ooc etelicke ende drijckelicke ware verquisten, ende wat propoosten dat sommige bij brochten up tverlies der boucken ende up tbreken der beelden 113

Capittel V. Van drij vicien waeromme die gheestelicke vanden volcke zoo zeere benijt zijn, ende van XII pointen, die men jeghen desen nijt behoort te stellen 121

Capittel VI. Vande rudesse, die de beeldestormers ten Fremenueren bedreven, ende hoe zij vande religiuesen alle dijnck int quade verkeerden, ende haren spot ende gheck met haer ende met die beelden hilden 126

Capittel VII. Van die onverdraghelicke schade der costelicker weercken, die zij int clooster ende abdie van Sente Pieters deden, ende een argument vande beelden, ende hoe men daermede behoort te leven 129

Capittel VIII. Welc een rudesse die zij in der nacht bedreven int afstormen der beelden, ende hoe oneerlic dat zij leefden in Sente Jacobs keercke, int clooster te Dronghene ende ten Chartruesen 137

Capittel IX. Hier werden die principale weercken van statuaria vertelt die in Sente Jans, nu Sente Baefs keercke, geschonden ende ongeschonden waren, ende van die uutnemende costelicke ende constighe tafele van Adam ende Eva 140

Capittel X. Hoeveel beeldenweercken ende chieraigen zij in Sente Jacobs keercke bedorven hebben, ende welcke dat ongheschent ende ghesalveert zijn bleven duer de fantazien der ghues ofte duer de diligentie der catholijcque 147

Capittel XI. Vande ruijne, die in Sente Nicolaus, in Sente Michaels, Sente Pharahilden ende in Onser Vrauwen keercke Sente Pieters, vande ghues ghedaen es gheweest, ende noch van Sente Pieters clooster ende anders 152

Capittel XII. Vande schade die zij ten Augustijnen, tOnser Vrauwen-broers, ten Predicheeren ende ten Fremenueren bedreven hebben 159

Capittel XIII. Dat men elcke cause waerderen ende afnemen zal naer zijn weerde, ende niemant voorder taxeren dan hij beschuldich en es, ende wat de gues int Rijcke Ghasthuus bedreven hebben, ende voort van die ander cloosters ende capellen, overloopende om curtheijt wille de materie van diere 168

Capittel XIV. Wat die lieden zeijden van tcrisma, dat zij in de autaren vonden, ende hoe leelic dat zij som spraken vander misse, ende hoe de ghues de gheestelicke ende de gheestelicke de ghues beloghen ende achter rugghe droughen 177

Capittel XV. In hoeveel groote treffelicke steden, dat men in de weke beghinnende dat xxen augustij 66, die beelden ende keercken reparacien afbrack, hier in dees Nederlanden 183

Capittel XVI. Hoe dat in vreesen was dat up den xxiijen augusti, te Ghendt, zoude moghen noch een beroerte gheresen hebben up den Coorenaert, maer bij tscheerp toezien van schepenen ende andere, wast belet 189

Dat derde boeck

Capittel I. Hoe twee personen gheghaen zijn an heere ende wet, om plaetse te crijghen in de stadt, voor de nieu predicacien; hoe zij preparacie daer toe maecten ende preecten jeghen tverbot; van een voorghebodt; van ij galghen, die upgherecht waren; hoe men ghecte met de nieu hallebaergiers, ende van noch een voorghebodt 197

Capittel II. Hoe schepenen noch een ghebodt deden uutlegghen, dwelc sommich volc int vercombienen verdraeijde; van die vreese der priesters dat men die kinders christen dede in der priesters huusen; van een mandament, hoe Sente Jans keercke ontsloten wart; hoe datter daer van haren bedde ghehaelt waren ende veel vluchte 204

Capittel III. Van wonderlicke maren die onder tvolc ghezaeijt waren, die eenen zeer oorboorlicken schijn hadden, ende van tgroote quaet dat daer onder ghemijnghelt was 210

Capittel IV. Van die vreese, die onder die ghues ghecommen was ende van die vreese, die ooc de magistraet hadde; hoe zij voor tbedde van ij veltpredicanten waren; van noch vijve, die van haer bedde ghehaelt waren; dat men weder missen beghonde te doene ende clocken te luden; hoe die Ghuepoorte ghemaect wart, ende hoet elder in ander steden ende quartieren ghijnck, ende hoe broer Jan Vanderhaghen ende her Leo Beernaert weder werden predickende 214

Capittel V. Hoe de wake oft wachte te Ghent gheschict wart; hoe Lievin Onghena bijcans ghevanghen was, ende hoe bij Gheerdtsberghe die gues een groote nederlaghe hadden; van diversche mandamenten ende een rudesse tEecloo 220

Capittel VI. Van drij beeldestormers, die te Ghendt ghehanghen waren, wat zij zeijden, ende waeromme dat zij storven 225

Capittel VII. Dat de lieden een aftrecken vander keercken creghen duer de destructie aldaer ghedaen; dat men buten ende binnen der stadt, contrarie melcanderen, al even steerck preecte; dat Herman die al onse ter disputacie noodde ende uproerich preecte, en ander dijnc 229

Capittel VIII. Hoe den grave van Egmont een appointement met de gues te Ghendt maecte; hoe haer een plaetse ghedesingneert was om eenen tempel te temmeren, ende wat schande men van Hermannus zeijde; van een mandament vande regente; hoe de gues haer calfvel gheschuert hebben, hoe qualic capiteijn Wijchuus ghemoghen was, ende vande perscacie der veltpredicanten 234

Capittel IX. Hoe die Anabaptisten haer ooc bestaen hebben ontrent Ghendt te predicken, die de Calvinisten blameerden ende die Calvinisten hemlieden, ende hoe zij somtijds jeghen melcanderen ghedisputeert hebben, ende dat daerom de waerheijt niet verwonnen en wert, al werden haer bescheermers verwonnen 241

Capittel X. Hoeveel datter vande ghues ghevanghen zaten te Ghendt, zonder Sente Pieters, ende wat die catholijcque van haer zeijden; hoe sommighe wakers niet wel te betrauwen en waren, ende een dispuut van beede dees religien up sommighe pointen pro en contra 245

Capittel XI. Waerom dat sommighe boose ghues die poorterie wilden doot smijten; dater ooc veel fausse maren vande comste vanden coninc ghestroeijt waren; van een rudesse bij een priester tAndtweerpen onder die Marinisten ghedaen, ende hoe die Martinisten ende Calvinisten daer haer predicacien hilden 251

Capittel XII. Hoe die kinderen te Ghendt prefighureerden den toecommenden tijt, ende van een voorghebodt jeghen hemlien ende jeghen ander zaken, ende hoe den grave van Egmont zeer spade te Ghendt inghecommen es, ende daer te voren een hondert mannen busschieters te peerde, ende hoe die vrauwen diens mans van tbreken ghevanghen waren den Grave langhe verwachten om te moghen spreken, ende sommighe argumenten vande beelden 256

Capittel XIII. Van meester Petrus Datenus, een veltpredicant van twee beroerten up eenen dach, in de sermoenen van broer Jan Vanderhaghen, ende hoe datter eenen man om ghevanghen was 264

Capittel XIV. Hoe rudelic dat die vremde peerderuters, te Ghendt, Ste Baefs, daer zij ghelogiert waren, leefden, ende hoe die vanden nieuwen casteele dlandtvolc plaechden; hoe eenen ghueschen predicant hem bestont up Ste Jacobs heerchof te predicken; hoe die soldaten van Ghendt tvolc ooc onghelijc deden; hoe in Hollandt noch ghebroken was, ende de priesters haer baerden lieden wassen 268

Capittel XV. Hoe die ghuesghezinden lieten in drucke oft prente uutghaen zeker liedekins ende balladen, die in spotte vander gheestelicheijt ende van onsen gheloove ghemaect waren, daer tvolc zeer duer verwect ende verstaut wart, om ooc tzelve te verachten ende te beghecken 276

Capittel XVI. Van twee beroerten up Ste Jacobs keerchof; hoe gheweldich dat tvolc ter veltpredicatie ghijnck; hoe haren hoop vast meerderde ende groote couraige creghen; noch van een beroerte up tzelve keerchof, ende hoe die ghues schepenen vander Kuere anspraken, ende van die moort onder die Ghues te Vuerne in den westcant 281

Capittel XVII. Van een voorghebodt te Ghendt uutgheleijt, ende dat in een veltpredicatie vij kinderen ghedoopt werden, ende wat argumenten die catolijcque ende ghues oft Calvinisten jeghen melcanderen namen, nopende die calvinistische leeringhe ende anders 286

Capittel XVIII. Van acht murmurerende pointen, die tvolc onderlijnghe namen up tfait vander wake te betalen, ende van ander viii redenen de nootzake van dien betooghende, ende van noch zeker redenen destruerende de voornoemde murmurerende pointen 291

Capittel XIX. Van een communicacie tusschen den maigistraet ende de ghues ghehauden te Ghendt; van een rudesse vande ghues, die tAxele ghebuerde; hoe den prince van Oraingen eerlic uut Andtweerpen track, en wat hij an haer begheerde, ende hoe sommighe tAndtweerpen weder beghonden te breken, ende hoe datter daeromme ghevanghen ende sommighe ghehanghen waren, ende wat die ghues te Ghendt gheschict hadden te doene, ende van hare vuijle ontshuldijnghe 298

Capittel XX. Hoe dat de wachte te Ghendt nu zeer verdeghelict was; hoe daelmoesenen onder die ghues verflauden, ende vande onghetrauwicheijt van sommighe Helich Gheest meesters; van twee plaetsen, die de gues gheconsenteert waren, ende hoe Backersele haer zeer vriendelic ansprack 303

Capittel XXI. Van een ghebodt te Ghendt uutgheleijt; hoe datter peerderuters vande bende van Hoochstraten binnen Ghendt quamen logieren; hoe die ghues een patroon van haren tempel ghemaect hadden; hoe den dienst ende cieraige in de keercken faelgierde, van onghedeghen veldpredicanten; hoe datter eenen predicant tAelst ghehanghen was; wat rudesse die soltaten som bedreven, ende hoe te Brugghe een ghevecht ende beroerte was 307

Index



Aaron 273
Abassia 224
Abassijnen 179, 225
Abbamata 224
Abbaye de St. Bavon 142
Abbaye de St-Pierre 130
Abdie van Sente Pieters 129
Abdije van Dronghene 139
Abdije van Sente Pieters 158
Abdije van Ste Pieters 87
Achilles 135
Ackerghem 56, 139, 202, 238
Adriaensen 277
Aelst 27, 305, 307, 311-313
Aeneas 135
Aerdenburch 135
Aermentiers 16, 34
Affrijca 289
Aire 74
Akkergem 56
Albigenses 83
Alcmaer 184
Alexander 49
Alexandrien 49
Alkmaar 152
Alvarez 225
Ambrosius 250
Amstelredamme 120, 184
Anabaptisten 71, 241, 255
Andries 207
Andtweerpen 16-18, 36, 38, 45, 53, 68, 92, 183, 184, 222, 224, 251, 253, 255, 298-302
Andtweerpen : Onser Vrauwen keercke 101
Andtwerpen 1
Angiers 249
Annoot v
Antiochien 38
Antweerpen 84
Antwerpen 165
Anvers 224, 225
Apelles 49, 146
Arabien 50
Archadam 274
Ardices 135
Aretinus 145
Arianos 120
Arien 74
Aristoteles 90
Armenien 179
Armentiers 16, 85
Arrius 49, 119
Arsenoiten 49
Artoijs 208
Artus 11, 12
Asselt te Vrijen 270
Athanasius 49
Aude Veste 270
Audenaerde 7, 8, 25, 29, 35, 61, 215, 221, 224, 236, 239
Auderburch 4, 5, 41
Augustijnen 109, 159, 272
Augustijnen clooster 108
Augustinus 49, 118, 144
Ausburg 253, 254
Axele 195, 298, 299
Babel 255
Babilon 231, 277
Babilonien 248
Bacchus 133
Backersele 224, 298, 303, 306, 307
Backerzele 222, 238
Bagijnhof Sente Lysbetten 105
Barbaristen 157
Bate 26
Batenburch 8, 43, 44
Baudeloostraate 270
Bave 209
Bavier 148
Bavieris 141
Beelfroot 216
Beernaert 214, 219
Behemen 232
Belgique 148
Belle 63, 76
Benten 70
Berau 56
Berengarius 249
Berilbus 49
Bernardus 72
Bertramus 249
Bets 92
Betunen 74
Beveren 76
Billiet 191
Biloque 175
Bleijswijck 165
Boessens 220, 226
Boessins 105
Bogaert-Dumortier 75
Boghaerde 298
Bohemen 70, 120, 232, 249
Bolonois 208
Borluut 40, 57, 92, 102
Bosch 156
Bostrena 49
Bousse 105
Brabant 36
Braeckman v
Brakelman 96
Bredenroode 18
Breijelsteghe 45
Bruchschepoorte 257, 258
Bruchscher poorte 235
Bruchscherpoorte 306
Bruchsepoorte 36, 308
Bruesel 158
Bruesele 299
Brugge 75, 162, 215, 222, 277
Brugghe 54-56, 92, 102, 218, 236, 257, 277, 307, 308, 314
Brugsche poort 56
Brunswijc 18
Brussel 130
Bullingerius 71
Buridaen 218
Bynneman 178
Cada-Mosto 274
Cadamustius 274
Caijphas 275
Caïn 125
Calicut 158
Calis 74
Callicoeten 158
Calvinisten 71, 80, 82, 84, 85, 179, 214, 241, 242, 251, 255, 264, 286
Calvinus 1, 7, 69, 84, 208, 242, 249, 254
Cananijten 69
Capua 202
Carmelijten 160
Carolostadius 249
Carolus de Ve 131
Carolus Magnus 62, 137
Carpentier 215
Cartago 135
Cartruesen 137
Casele 95
Casembroot 222
Cassele 264
Catho 212
Cauter 257, 299
Cautere 298, 299
Cauwenhove 298
Cellebroers 174, 270
Chaertruesen 80
Charles-Quint 150
Chartruesen 139, 223, 230, 235, 238, 264, 286
Cherintus 119
Chrijsostomus 250
Chrisostomus 250
Christiern II 131
Cicero 212
Cijrillus 250
Cimbren 128
Ciperen 137
Ciprianus 250
Claijsone 155
Clemans 250
Clephuuse 94
Cleve 70
Clooster onser Vrauwen Broeders 108
Clooster Sente Jooris Vrancx 175
Clooster Sente Pieters 149
Clooster Ste Agneeten 175
Clooster ten Augustijnen 108
Clooster ten Fremenueren 126
Clooster ten Predicheeren 88, 113
Clooster van de Filidieusen 214
Clooster van Dronghene 87
Clooster van Galileen 174
Clooster van Sente Pieters 129, 200
Clooster van Ste Bavo 64
Clooster vanden Carmelijten 108
Clooster vanden Predicheeren 126
Comene 217
Cools 109, 161, 207, 227, 310
Cooman 109, 227
Coorenaerde 93
Coorenaert 189, 200, 205, 220, 226-228, 240, 282
Coorenleije 93, 128, 191
Coorenmaerct 190, 195, 218
Coorne 29, 35, 207, 233
Corinthen 135
Crants 232
Croes 4
Crommenhessche 61
Cueillothuis 213
Cuelsbrouck 131, 133
Culsbroucx 133
Curten Steendam 267, 283
Curtrijcke 61, 76, 194, 217
Curtrijke 2
Damascenus 135, 136, 250
Datenus 264
Davidt 103, 208
De Backere 8, 231, 277
De Baenstingh 141
De Baut 105
De Beerghen 240
De Belle 94, 105
De Besa 249
De Bets 141
De Brune 4
De Busscher 131, 148
De Cluse 215
De Coninc 95
De Crehierdere 35
De Croock 96
De Cruul 96
De Deckere 96
De Ghusseme 207
De Grave 47
De Grutere 165
De Heere 91, 130, 154
De Iode iv
De Kien 130, 153
De Meij 92, 141
De Monick 142
De Moor 191, 272
De Muntere 31
De Potter 56
De Pruet 209
De Rijcke 234, 284, 298, 305
De Roovere 162
De Ryke 305
De Saint-Genois 131
De Salenson 228
De Smet 160
De Somere 281
De Stoevere 153
De Stoppeleere 220
De Triest 141
De Vettere 11
De Wintere 96
Deijnse 33, 35, 47, 48, 54, 76, 80, 299
Delabeque 32, 44
Demetrium Ephesinus 186
Democritus van Abdera 171
Demosthenes 212
Den Bonten Hert 195
Denemaercke 130, 149
Denemarken 131
Denemeercken 70
Dhane 237
Dheere 130, 131, 155
Dhertoghe 245
Dhoije 176
Dickelvenne 221, 306
Didot 135
Diegerick 75
Dijonisius 49, 250
Diogenes van Athenen 171
Doens 93-95, 105, 111, 148, 195, 196
Dominicanen 121, 164
Donatisten 49, 120, 289
Donderstrate 209
Doopsghezinden 242
Doornick 273
Doornicke 16, 18, 55, 79, 101, 224, 272, 308
Dordrecht 277
Douwaaij 32
Dronghen 137
Dronghene 263
Ducesse van Parma ende Plaijsance 40
Duijtschlandt 30, 62, 67, 68, 89, 120, 210
Duwaij 79
Ecolampadius 71
Edom 136
Eduwaert 116
Eecloo 26, 29, 54-56, 220, 224, 232
Eedtvelden 160, 281
Eerdtboijeghem 312
Egipten 49, 260, 261
Eglins schuere 5
Egmond 222
Egmont 16, 40, 55, 85, 86, 222-224, 230, 233, 234, 256, 257, 277, 284, 298, 306
Eliseus 50
Eliu 266
Engrand 131
Ephesien 250
Erasmus Roterodamus 135
Erasmus van Rotterdamme 67
Erembodegem 312
Esaijas 119
Esdra 242
Ethiopie 224, 225
Etiopia 225
Euphronor 146
Europa 38
Europen 184
Exaerde 165
Ezechias 136
Ezechiel 165
Fand 228
Feron 294
Fili-Dieusen 175
Filidieusen 175
Finlandt 70
Florencen 145
Franchoijs Floris 92
Franciscanen 121
Fraters 175
Fremenueren 8, 24, 121, 126-128, 152, 159, 163, 165, 167, 168, 181, 185, 253, 272, 273
Fremenueren brugghe 66
Gachard 150
Gallia 16
Gand 131, 150, 225
Gasthuse 174
Gendt 91
Gent ii, v, 56, 131, 191, 215, 277, 305
Georgianen 179
Germanicij 70
Geuzepoort 214
Ghautier 150
Ghaver 223
Ghavere 16, 86, 230
Gheerdtsbeerghe 220, 221
Gheerolf 158
Gheertsbeerghe 311
Ghelderlandt 70
Ghend 11
Ghendt ii, v, 1, 3-8, 10, 20, 21, 24-27, 29-31, 33-36, 39, 43, 46, 48, 55, 56, 58, 61, 63, 64, 80, 85, 87, 88, 91-93, 99, 101, 102, 104, 106, 107, 138, 151, 154, 176, 180, 182-184, 188-191, 195, 197, 200, 202, 206, 208, 210, 214, 215, 217, 218, 220-222, 225, 227, 230, 234-238, 240, 241, 245, 246, 253, 256-259, 263, 264, 268, 269, 271, 272, 276, 277, 281-286, 291, 294, 298, 299, 301-303, 305, 306, 307, 308, 310, 311, 313, 314
Ghendtbrugghe 4
Ghent 7, 20, 105, 206, 233
Ghuepoorte 214
Godshuis der zuster van Magdalena 175
Godshuis der zusters van Magdalenen 175
Godtlandt 70
Gottem 4
Gotthem 41, 234, 284, 298
Granvelles 276
Grau ende Zwartezustershuus 176
Graven brugghe 176
Graven Casteel 245
Gregorius 250
Grieckenlandt 273
Guepoorte 236
Haerlem 184
Ham 217
Hanibal 202
Hasselins 258
Hasselt 26, 27
Hasselt te Vrijen 26
Hauburch 207
Hauweghem 155
Hectorem 135
Heerbeerghe van Sente Jacob 308
Heerbeerghe van Ste Jacob 306
Heindricx 47
Helfaut 130
Helfhaut 130
Heliopoleos 261
Heneghauwe 1, 36
Henricx 47, 105
Heraclitus Ephesinus 171
Herbeerghe van Ste Jacob 235
Hercules 113
Herdoopers 84, 232, 241, 289
Heremans iii
Herman 229
Hermannus 231, 232, 234, 235, 282
Hermanus 215
Hermentiers 85
Hertschaep 200
Hesselijns 91
Hesselins 155
Heyndericx 47
Hieronimieten 175
Hieronymus 250
Hijlarius 49
Hindoustan 158
Hof van Eersele 270
Hof van Egmont 234, 258
Hof van Sente Baefs 176
Hof van Ste Sebastiaen 299
Hoijaert 283
Hollandt 11, 151, 184, 268, 271
Hollandts 36
Holsacia 70
Hondtscote 311
Hoochpoort 96, 195, 215, 283
Hoochstraten 300, 302, 307, 308, 313
Hooftbrugghe 45, 176
Hooftkeercke Sente Jans 56
Hoorn 222
Hoorne 224, 313
Hosius 71
Hospitaalpoort 236
Hueriblock 305
Hueverpoorte 6, 31, 32, 43, 224, 238
Hughe 146, 152, 158, 160, 166, 174
Hughenoijsen 68, 71, 120
Hulst 195, 299
Hus 70, 232
Hussijten 120
Ignacius 250
Immerzeel 151, 152
In de Cluse 283
In de Zwane 283
In den Boom 96
Inden Elephant 226
India 113
Indiën 197
Inghelandt 70, 89, 249
Int Slotelkin 47
Ireneus 250
Isabella van Oostenrijk 131
Israel 164, 259
Italien 145, 273
Jacob 164
Jacobijten 179
Jacopijen 272
Jacopijnen 24
Janssen 215, 222
Jaspar 154
Jeremias 72, 136
Jeroboam 84
Jeroboham 71
Jeronimus 49, 136, 155
Jherusalem 146, 167
Job 104
Johannes Chrisostomus 231
Josias 158
Jovinianum 250
Jovinianus 49
Junonis tempele 135
Justinianus 212
Karel V 130
Keercke ten Predicheeren 127
Keijser Carolus de Ve 42
Keljoothuus 213
Kempen 145
Kervyn de Volkaersbeke 131
Klooster der Alexianen 174
Kob 266
Koornmarkt v
Krantz 232
Kuldershuis 175
Kwatrecht 313
Laban 173
Lambrecht 128
Landt van Aelst 208, 269
Landt van Dendermonde 208
Landt van Rode 208
Landthuut 54
Landuut 25, 291
Langhe Munte 6, 7
Langhemunte 43, 47
Langhen dam 217, 236
Langhen Steendam 268
Lede 135
Leerdriesch 66
Leertauwersgracht 43
Leijden 151, 184
Leije 61, 65, 113, 114, 126, 167, 181
Leuven 75
Levij 259
Liberpaters 113
Liere 18
Lijflandt 70
Livonia 295
Lobberjoos 96
Londen 178
Lothrijcke 277
Lovendighem 245
Lucern 71
Ludick 208
Lueven 7
Luther 66, 69
Lutheranen 68, 71, 253
Lutheri 84
Maabar 274
Mabueze 184
Maes 141
Maesheijck 145
Magnus 113
Maigeleinstrate 283
Maijaert 32
Malabar 158
Malachias 72
Malen 277
Malve 224
Manicheen 84
Marco Polo 274
Marcus Paulus 274
Mariakeercke 1
Mariakerke 56
Maroniten 179
Martinisten 84, 251, 255
Martins 44
Mase 66, 145
Mechelen 45, 185-188
Mechelenburch 70
Meenene 217
Meerem 174
Meerijngher 151
Meesene 215, 217
Meessen : Vrauwenabdije 76
Melcbrugghe 270
Melle 313
Memphis 260
Mennonieten 84
Middelburch 101, 184
Mil 277
Milanen 276
Moded 215
Moenins 26
Moijses 259
Montingij 240
Moscovien 295
Mude 64, 202, 215, 266, 305
Munich 142
Munster 120
Muntser 232
Münzer 232
Namen 208
Napels 145
Nederlanden ii, v, 7, 10, 20, 21, 36, 40, 53, 69, 78, 146, 183, 185, 210, 246, 294
Nederlandt 68, 69, 231
Neerlanden 208
Nepos 49
Nestorianen 179
Nestorius 119
Nicolaiten 304
Nicolaus van Antiochien 304
Nieu Casteel 64, 87, 209, 258, 268, 269
Nieu poorte 268
Nieuw casteel 223
Nieuwen casteele 233, 268, 313
Nieuwen castele 228
Nieuwen Steendam 268
Nijl 261
Nijlus 260, 261
Nilus 260
Nonneclooster tusschen beken 313
Noord-Holland 152
Norwegen 131
Norweghen 70
Oderwalden 71
Oecolampadius 249
Oesselcautere 312
Oldenburch 70
Onderbeerghen 96, 176
Onghena 29, 30, 43, 99, 105, 109, 133, 220, 221, 227
Onghenae 108
Onghenaes 35
Onser-Vrauwenbroers 272
Onser Liever Vrauwen keercke 129, 183, 300
Onser Liever Vrauwen keercke, tSente Pieters 156
Onser Vrauwen keerchof 300
Onser Vrauwen keercke 158
Onser Vrauwen keercke Sente Pieters 152, 198
Onser Vrauwen turre 300
Onser Vrauwenbroeders 160
Onser Vrauwenbroers 108, 159
Onzer-Vrauwenbroers 263
Oordeghem 314
Oost-Vlaanderen 56
Oostlandt 53, 67
Oostlant 30
Oostvlaenderen 245
Orainge 277
Oraingen 224, 253, 298, 299
Orchies 79
Origenes 50
Oza 155
Paesscharis 220
Paesschiers 206
Parrhasius 146
Pascharis 206, 226
Passcharis 221
Paulus 72, 118, 122, 288, 290
Pauwinnen Steen 6
Pauwinnesteen 209
Pedercelie poorte 32
Pederceliepoorte 224, 241
Pelagianen 49
Perithon 133
Petercelie poorte 28
Petrus 120
Phidias 155
Phocion 212
Pijls 232
Pilatus 118
Pissteghe 226
Plantin 225
Plato 163
Plinius 260
Polen 70, 71
Pomeren 70
Poortackere 176
Poortier 150
Poortierkin 150
Portier 150
Praet 65
Praxiteles 131
Predicheeren 108, 121, 126-128, 133, 159, 163, 166, 168, 181, 185, 233, 263
Predicheeren clooster 164
Predicheers 180
Predikheeren 8
Preecheeren brugghe 66, 166
Preedicheeren 128
Prête-Ian 224, 225
Prete Jan 224
Prêtre Jean 224
Prijsbier 57
Proserpina 134
Protogenes 146
Quaetatrecht 313
Quintilianus 146, 147
Racen 270
Rachel 173
Revel 192
Rhoden 146
Rijcke Ghasthuus 168, 171, 240, 263
Rijcken Ghasthuuse 93
Rijm 161
Rijn 66
Rijpelmonde 11
Rijsele 24, 218
Rijssel 232
Romeinen 128
Ronche 9, 29, 276, 311
Ronse 9
Ronsse 35
Roome 153, 249, 273
Rufelaert 277
Ruffelaert 277
Rutsemeel 291
Rutsemeelis 207, 233
S. Baafsabdij 142
S. Baefs 175
S. Pieters 130
Sabellius 119
Sacharias 165
Sacramentisten 85
Sacraments huus 132, 142, 152, 159, 161
Sacramentshuus 138, 147, 148, 182
Saducheen 289
Saeftijnghen 245
Sagres 274
Salomon 103, 208
Samuel 99
Sartruesen 276
Saul 103
Sauselet 226
Sausselet 94, 181, 245
Sausselette 34, 227
Sbucx 6
Scepenhuus 207, 226
Scepenhuusstraetkin 207
Schabrugghe 47
Schelde 31, 35, 65, 238
Scheltstrate 176
Schepen Huijse 205
Schepenhuijse 303, 305
Schepenhuus 66, 238, 294
Schepenhuuse 292
Schepenhuusstraetkin 227
Schepperus iv
Schollaert 75
Schoore 152
Schoorl 152
Schotlandt 70, 89
Schuerkin 6, 310
Scotus 249
Scroocx 95
Seijs 152
Sent Jacobs keercke 108
Sente Amantsbeerch 64
Sente Baefs 87, 140, 142, 181, 206, 266, 269
Sente Baefskeercke 140
Sente Claren buten Ghendt 134
Sente Jacobs 139, 150
Sente Jacobs in Galissien 150
Sente Jacobs keercke 111, 207, 209, 270
Sente Jacobs prochie 309
Sente Jacobshuus 176
Sente Jacobskeercke 48, 88, 137-139, 147
Sente Jan evangelista 250
Sente Jans 90, 138, 140, 176, 219, 266
Sente Jans huus 151
Sente Jans keercke 87, 92, 204
Sente Janshuus 138
Sente Janskeercke 140
Sente Joorishuus 176
Sente Katerijnen 176
Sente Lievinspoorte 24
Sente Martins tAckerghem 139, 159
Sente Michaels 88, 108, 152
Sente Michaels keercke 110, 153
Sente Michiels clooster 254
Sente Michiels keercke 233
Sente Nicolaus 152
Sente Nicolaus keercke 108, 110, 111, 152, 226
Sente Nicolauskeercke 88
Sente Pharahilden 110, 152, 156
Sente Pharahildenplaetse 110
Sente Pieters 31, 34, 63, 94, 129, 179, 181, 215, 223, 245, 263
Sente Pieters abdie 63, 129
Sente Pieters abdije 88
Sente Pieters clooster 152
Sente Pieters int clooster 92
Sente Rombautskeercke 185, 186
Serrure 162
Seuxis 146
SGraven brugghe 128
's Gravencasteel 105
Sgraven casteel 11, 26, 233, 291
SGraven Casteele 237
Shelichs Christ 159
Slusekin 207
Spaengien 240
Spaingen 278
Spaingnen 11, 127, 252
Spittaelpoorte 236
SPrincenhof 233-235
St. Baafskerk 66
St. Pieters 28, 131
Stadthuus 226
Stalendriesche 8
Stalendriessche 13, 20
Ste Amantsbeerch 1, 64
Ste Angneeten clooster 87
Ste Baefs 217, 258, 268
Ste Jacob 250
Ste Jacobs grau zuster huus 216
Ste Jacobs keerchof 268, 270, 281, 283, 286
Ste Jacobs keercke 88, 216, 230, 264, 268, 272, 282, 287, 290
Ste Jacobs prochie 57, 313
Ste Jans 88, 217
Ste Jans keercke 206
Ste Jooris keercke 253
Ste Lievinspoorte 2
Ste Lijsbetten 176
Ste Michiels keercke 216, 230
Ste Michielskeercke 218
Ste Pauwels 250
Ste Pharailden keercke 108
Ste Pieters 60, 202, 237, 305
Ste Pieters abdie 4
Ste Pieters neffens Ghendt 272
Steelsio 225
Steendam 281
Steercke 266
Stephanus 304
Stoppelare 226
Sutphen 235
Tanchelin 83
Tandemus 83
Tanquelmus 83
Tarentinus 163
Te Poele 220
Te Putte 4
Te Water 215, 305
Temixtitan 197
Tempelhuijse 105, 108
Tempelhuus 105, 108
TEnder Weere 223, 238
Ter Muden 184
Ter Veren 184
Tertullianus 52
Theophilactus 231, 250
Tielt 219
Titelman 9, 311
Titelmannus 276
Titelmanus 9
Titus Livius 202
Tobias 71
Tqua Taveerckin 28
Tquaet Taveerekin 241
Trenten 71
Triest 155, 245
TsHertogenbossche 291
Tuinman 165
Turrepoorte 177
Tymotheum 250
TZant 202, 305
Urbino 145
Urij 71
Utrecht 152, 185, 271
Utsemelis 207
Uutenhove 57
Uutrecht 152
Vaernewijck 56
Vaernewijcke 56
Valenchiene 101
Valenchienne 1
Van Avere 245
Van Ballaert 148
Van Ballare 148, 173
Van Beveren 150
Van Caloen 147
Van de Losschaerts 305
Van Deele 96
Van Dees 299
Van den Bogaerde 47
Van den Bossche 8
Van den Steene 206, 237
Van den Velde 131, 167, 237
Van der Craijen 96
Van der Eecken 306
Van der Ghoest 151, 160
Van der Goes 151
Van der Gracht 148
Van der Luere 96, 298
Van der Muelen 215
Van der Riviere 148
Van der Schrieck 75
Van der Schuere 6, 8, 310
Van der Varent 148
Van Eijck 144
Van Hauweghem 215
Van Havere 245
Van Hedijnghen 26
Van Heijck 75
Van Hol 277
Van Homberch 165
Van Hoorebeque 304
Van Lokeren 130, 131, 142
Van Loo 96, 97
Van Mabueze 184
Van Meijghem 197
Van Overbeke 4
Van Pollare 270
Van Pottelsbeerghe 31, 237
Van Pottelsberghe 238
Van Secleers 4, 41, 172
Van Steertem 26
Van Vaernewijck ii, v, 146
Van Vaernewyck iv
Van Varnewijck 191
Van Westhuijse 207
Van Wettere 235
Van Wijchuse 238
Van Wijchuus 111, 220, 226
Van Wijckuus 206
Van Wychuus 111
Van Wyckhuus 111
Vanden Boomghaerde 47
Vandenbossche 116
Vanderhaeghen ii, v
Vanderhaghe 234, 298
Vanderhaghen 48, 88, 89, 214, 218, 230, 232, 264, 268, 284, 310
Veemaerct 267
Veltstrate 173
Veste 174
Vigilancius 49
Viglius 92
Viretum 178
Vischmaerct 195, 226
Vlaenderen 1, 3, 4, 9-11, 16, 32, 39-41, 61, 63, 74, 92, 135, 149, 161, 162, 208, 230, 245, 276, 284, 294, 298
Vlasmaerct 282
Vleeschuus 176
Vlissinghen 184
Volderscapelle 176
Vranckerijc 278
Vranckrijck 68, 79, 120, 210, 249
Vranckrijcke 221
Vrancrijc 62
Vrancrijck 7, 32, 89
Vrancrijcke 7, 21
Vrauwen abdie ten Groenen Briele 175
Vrauwenbroeders 109
Vrieslandt 70
Vrincdachmarct 209
Vrindachmaerct 43, 200, 207, 218, 220, 267, 270, 283, 308
Vroijlandt 161
Vuerne 281, 284
Waagen 151
Waernien 71
Walckeren 184
Waldenses 249
Walwein 75
Wederdoopers 27
Weervicke 217
West-Vlaenderen 264, 284
West Vlaenderen 58, 63
Westcant 73, 74, 92, 215, 218, 232, 281
Westphalen 70
Westvlaenderen 1, 77
Wettere 314
Wevelghem 76
Weverscapelle 176
Widenaert 66
Wienart 66
Wijchuus 234
Wijcke 277
Wijclef 249
Wijen aert 66
Wijnaert 66
Willems 131
Winne 164
Wittenaert 61
Wivezele 130
Yman 232
Yper 74, 75
Yper : St Martinus Kerk 75
Yperen 75
Ypre 74, 217, 232, 277
Ypre : Sente Martins keercke 74
Zantpoorte 298
Zeelandt 36, 101, 151, 184
Zomerghem 34
Zottenpoort 298
Zug 71
Zurich 249
Zusterhuus van Sente Jans ende Sente Jacobs 176
Zweden 70, 131
Zwijnaarde 131
Zwinglius 71, 249
Zwitserlandt 249
Zwitz 71